Fiv_FeLv

Feline Immunodeficientie Virus of kattenaids

Iedere katteneigenaar die gaat fokken komt het vroeg of laat tegen.
Voordat de poes bij de kater mag komen moet er een bloedtest uitgevoerd worden.
Er wordt getest op FIV (aids) en FeLV (leukemie).
FIV is een ziekte die niet alleen van belang voor fokkers met raskatten maar ook voor eigenaren van “gewone” huiskatten want helaas komt FIV bij alle soorten katten voor.

Wat is FIV voor een ziekte?
FIV wordt veroorzaakt door een virus dat verwant is aan het HIV virus bij de mens dat AIDS veroorzaakt.
FIV wordt daarom ook wel kattenaids genoemd. FIV kan alleen de kat besmetten en niet de mens. Het is geen zoonose!!

Hoe kan een kat besmet raken met het FIV-virus?
Het virus wordt overgebracht via bloedcontact.
Vooral via vecht- en bijtwonden worden katten geïnfecteerd.
Omdat katers veel vaker vechten is het percentage geïnfecteerde katers tweemaal zo groot als geïnfecteerde poezen.
De ziekte komt het meest voor onder normale huiskatten die naar buiten gaan.
Katten die binnenshuis leven in een groep waar de rangorde bepaald is zullen elkaar niet snel besmetten doordat ze niet veel vechten met elkaar.

Ook bij dekkingen wordt er vaak gebeten (nekbeet) waardoor een poes geïnfecteerd kan worden door de kater.
Een drachtige poes kan het ook via de placenta en later via de moedermelk overbrengen op haar kittens .

Bij FIV geschiedt de voornaamste overdracht veel meer door een directe bijtwond met vechten en in veel mindere mate door langdurig sociaal contact.
FeLV wordt daarentegen voornamelijk door langdurig sociaal contact overgedragen en in een veel mindere mate door een bijtwond met vechten.

Wat zijn de symptomen van FIV?
Het ziekteverloop is vergelijkbaar met HIV.
Het virus tast het immuunsysteem (immunosuppressie) van de kat aan waardoor deze gevoelig wordt voor allerlei infecties.

Na infectie met het FIV virus zijn er een aantal stadia:
1. Acute stadium. Dit stadium kan zonder ziekteverschijnselen optreden. Soms wordt alleen wat koorts waargenomen.
2. Asymptomatische fase. In deze fase vertoont de kat geen ziekteverschijnselen.
Deze periode kan een aantal jaren duren, soms zelfs langer dan 5 jaar. De kat kan wel andere katten besmetten.
3. Fase met vage, algemene symptomen zoals terugkerende koorts, oogontstekingen (uveitis) verminderde eetlust en vermageren.
4. AIDS gerelateerd stadium. Dit is het stadium waarin het de eigenaar opvalt dat de kat niet in orde is.
Veel voorkomende ziekteverschijnselen zijn: tandvleesontstekingen, oogontstekingen, vermageren, lymfeknoopzwelling, benauwdheid, diarree.
Deze symptomen worden over een periode van enkele maanden steeds erger.
5. AIDS. Uiteindelijk zal een deel van de katten een stadium bereiken vergelijkbaar met AIDS bij de mens.
De kat vermagert, krijgt chronische ziekteproblemen en allerlei secundaire infecties die hij niet kan overwinnen bijvoorbeeld longonsteking.
Neurologische verschijnselen (zenuwafwijkingen) worden nogal eens waargenomen bij katten met AIDS
Hoe is FIV te diagnostiseren?
FIV is, evenals FeLV, te diagostiseren met behulp van bloedonderzoek. Met behulp van een bloedtest worden antilichamen tegen het FIV virus aangetoond.
De meeste katten maken antilichamen 3-4 weken na infectie. Een eenmalige positieve uitslag betekent dat de kat besmet is.
Veel dierenartsen gebruiken de Snap Combo-test (ELISA) van Idexx. Met deze test wordt het virus aangetoond in het bloed.
Met deze test worden antilichamen in het bloed aangetoond.
Er wordt wat bloed afgenomen van de kat en binnen enkele minuten is de uitslag bekend, u kunt op de uitslag wachten.
– Er komt maar 1 blauwe stip tevoorschijn: de test is negatief. Dat wil zeggen dat de kat geen leukemie of aids heeft.
– Er komen 2 blauwe stippen op. Als de 2e stip aan de linkerkant opkomt dan is er een positieve test op FIV. Dat wil zeggen dat de kat helaas aids heeft!

Let op: Bij gezonde katten kunnen vals positieve uitslagen voorkomen.
Is de test positief bij een gezonde kat dan zal het bloed voor confirmatie (bevestiging) naar een gespecialiseerd laboratorium gestuurd moeten worden.

Is FIV te behandelen?
Kattenaids is helaas niet te genezen. De therapie bestaat uit het onderdrukken van de secundaire infecties met antibiotica.
Specifieke antivirale therapie met Interferon van virbac is mogelijk maar is niet 100% werkzaam.
Het is daarbij een dure behandeling en wordt daarom in de praktijk nog niet veel toegepast.

Er is momenteel in Nederland nog geen vaccin beschikbaar tegen FIV.

Het is erg belangrijk dat katten waarbij FIV is gediagnosticeerd geen andere katten kunnen besmetten.
Dit betekent dat ze alleen gehuisvest moeten worden en dat ze ook niet meer naar buiten mogen. Dit ter bescherming van andere katten!

Hoe is FIV te voorkomen?
Het risico op infecties met FIV is het kleinst bij katten die binnen worden gehouden.
Katten die in een groep leven, goed met elkaar overweg kunnen en dus niet veel vechten lopen de minste kans.
Katten die in grotere groepen worden gehouden, bijvoorbeeld in catteries of in dierenasiels/pensions dienen regelmatig gecontroleerd te worden.
Positieve dieren dienen geïsoleerd te worden van de negatieve katten.
Wordt een nieuwe kat geïntroduceerd in een bestaande groep dan is het verstandig deze kat eerst te testen alvorens hij in de groep mag.
De kat zal dan eerst 4 weken in quarantaine (apart gehouden van de rest) moeten en daarna kan bloedonderzoek plaatsvinden.

En zeker als u uw kat laat dekken is het van zeer groot belang dat u de negatieve test van de andere kat onder ogen krijgt,
let hierbij ook op dat de test niet ouder dan 1/2 a 1 jaar is.

Wat is de toekomst voor een kat met aids?
Door de lange periode (gemiddeld 5 jaar) die zit tussen besmetting met het virus en het ontwikkelen van ziekteverschijnselen,
hebben katten met FIV een betere prognose dan katten met FeLV.
Zij kunnen meestal nog een aantal jaren een goed leven hebben alvorens zij te ziek worden.
Helaas zal ook een kat met aids uiteindelijk overlijden aan de complicaties van de ziekte
Leukemie (FELV)

Het leukemie- of leucose-complex is een besmettelijke vorm van kanker, die door een virus wordt veroorzaakt.
Het virus is diersoortspecifiek, dat betekent dat niet gevreesd hoeft te worden voor besmetting voor andere diersoorten of mensen.
Het verloop van de ziekte is zeer grillig en moeilijk herkenbaar.
De tijd tussen besmetting met het virus en de eerste ziekteverschijnselen kan zeer lang (jaren!) zijn.
Er bestaat sinds enkele jaren een enting tegen leukemie, die echter in het algemeen niet veelvuldig toegepast wordt:
voornamelijk bij ‘hoogrisico’ dieren (bijvoorbeeld een kat in een huishouden waar eerder een kat aan glucose is overleden).

Geadviseerd wordt om voor een kat ingeënt wordt tegen leucose, het bloed van de kat te laten controleren op de aanwezigheid van het leucosevirus.
Inenten kan vanaf 9 weken, de eerste enting moet 3 weken later herhaald worden, daarna ieder jaar.

Feline Leukemie Virus (FeLV)
FeLV is over de hele wereld verspreid.
De meest voorkomende oorzaak van verschillende soorten tumoren bij katten, waaronder lymphoma, lymfosarcoma en leukemie.
Daarnaast kan het virus het afweersysteem van de kat ondermijnen waardoor normaal gezien vrij onschuldige infecties plots fataal kunnen verlopen.

Infectieverloop
FeLV is een virus dat heel sterk aan de kat gebonden is en in de buitenwereld niet lang overleeft.
Infectie gebeurt dan ook enkel door direct contact tussen katten onderling.
Deze overdracht kan gebeuren via speeksel, urine, bloed, ontlasting, slijm of via de baarmoeder van een poes naar haar kittens.
Na infectie treedt er eerst een virusvermeerdering op in de lymfeklieren van de keel.
Vervolgens komt het virus in het bloed terecht en wordt getransporteerd naar het beenmerg (waar de aanmaak van zowel rode als witte bloedcellen plaatsvindt), waar opnieuw een virusvermeerdering plaatsvindt.
Van hieruit kan FeLV zich naar allerlei andere organen verspreiden, zoals lever, nier, milt, oog, zenuwen …en de speekselklier, van waaruit dan weer besmetting van nieuwe katten kan plaatsvinden.

Wat er klinisch met een besmette kat gebeurt, is afhankelijk van verschillende factoren waaronder de leeftijd van de kat en de toestand van zijn afweersysteem.
Een groot deel van de katten is sterk genoeg om het virus te elimineren.
Dit gebeurt meestal reeds in de keel, soms pas in het beenmerg.
Hoeveel procent van de katten tot deze categorie behoort, is niet exact geweten, in elk geval is het zo dat het grootste deel van de gezonde volwassen katten een infectie de kop zal indrukken, terwijl geinfecteerde kittens bijna allemaal de ziekte zullen ontwikkelen.
Als een kat onvoldoende afweer in zich heeft om de FeLV infectie te elimineren, is de kans groot dat hij vroeg of laat een van de zogenaamde ‘FeLV gerelateerde ziektes’ gaat ontwikkelen.
Dit gebeurt meestal tussen enkele maanden en 3 jaar na infectie.

 

Symptomen
De klinische symptomen die met deze ’FeLV gerelateerde ziektes’ gepaard gaan kunnen velerlei zijn.
De voornaamste zijn:
–  Voortplantingsstoornissen, zoals onvruchtbaarheid, abortus, doodgeboren kittens of sterfte van pasgeboren kittens
–  Tumoren op verschillende plaatsen in het lichaam. Afhankelijk van de plaats waar een dergelijke tumor zich ontwikkelt kan dit leiden tot verschillende symptomen :
–  In de thymus, een orgaan voor in de borstholte, kan deze tumor erg snel groeien en veroorzaakt een ophoping van vocht tussen de longen en de wand van de borstkas, met erge benauwdheid als gevolg. Deze vorm komt vooral voor bij jongere dieren.
–  Als de tumoren in de organen van het spijsverteringsstelsel voorkomen kunnen ze braken, diarree en gewichtsverlies veroorzaken.
–  Ook de nieren, lever, milt en lymfeknopen zijn vaak aangetast en dat veroorzaakt vaak eerder vage symptomen, die ook bij tal van andere aandoeningen kunnen passen.
–  In zeldzamer gevallen ziet men soms tumoren van zenuwen met verlammings- verschijnselen als gevolg, oogproblemen, beendertumoren.
–  Misschien nog wel de belangrijkste actie van FeLV is het ondermijnen van het normale afweersysteem van de kat, waardoor andere infecties (bv FIP, FIV) de kop kunnen opsteken en waardoor bepaalde banale bacteriële infecties, die bij een normale kat geen enkel probleem veroorzaken, fataal kunnen aflopen.

Als een kat er niet in geslaagd FeLV in eerste instantie te elimineren en de ziekte zich ontwikkelt, zal deze uiteindelijk steeds dodelijk aflopen.

 

Diagnose
Er zijn verschillende bloedtesten beschikbaar voor het opsporen van FeLV, waarvan sommige in de dierenartspraktijk gedaan kunnen worden.
Andere moeten door gespecialiseerde laboratoria worden uitgevoerd. Het stellen van een diagnose kan belangrijk zijn.
Enerzijds bij klinisch verdachte dieren maar anderzijds ook voor het opsporen van (ogenschijnlijk gezonde) dragers.

Het interpreteren van de uitslag van een dergelijk bloedonderzoek is echter niet altijd eenvoudig.
Het is namelijk zo dat een dier dat positef reageert op de test mogelijk bezig is het virus te elimineren en dus na verloop van tijd negatief zal zijn.
Dit geldt niet voor klinisch zieke, van FeLV verdachte dieren; een positieve bloedtest is hier bewijzend.
Erg verwarrend in het stellen van de diagnose is het feit dat een ziek, aan FeLV lijdend dier, evengoed een (op dat moment) negatieve bloedtest kan hebben, in sommige FeLV-vormen zelfs tot 60%.

Een dier dat negatief reageert op de test mogelijk nog in de incubatietijd zit en dus eigenlijk toch positief is.
Daarom is het soms aangewezen de bloedtest na verloop van tijd te herhalen.

Naast bloedtesten kan ook in een biopsie van een verdacht stukje weefsel FeLV opgespoord worden.

Preventie en behandeling
Aangezien FeLV vrijwel uitsluitend wordt overgedragen door direct contact tussen katten onderling, is de belangrijkste bestrijdingsmethode het opsporen van FeLV positieve dieren en te zorgen dat deze niet meer met andere katten in contact komen, hetzij door euthanasie, hetzij door ze strict binnenshuis te houden in een gezin met slechts één kat.
Daarnaast bestaat de mogelijkheid om tegen FeLV te enten, maar om verschillende redenen wordt deze enting op de meeste plaatsen niet routinematig toegepast.

FeLV blijft buiten de kat niet lang leven en wordt snel geïnactiveerd door de meeste gangbare ontsmettingsmiddelen.
Een specifieke behandeling tegen FeLV is niet voorhanden. Als de diagnose gesteld is, wordt meestal overgegaan tot euthanasie.