Entropion

Naar binnen gedraaid onderooglid (entropion)

Inhoudsopgave:

Wat is een entropion?
Klachten van een entropion
Oorzaken van een entropion
Onderzoek
Operatieve correctie van het involutionele entropion
Resultaat
Bloedverdunners
Complicaties en bijwerkingen

This SimpleViewer gallery requires Macromedia Flash. Please open this post in your browser or get Macromedia Flash here.
This is a WPSimpleViewerGallery

Wat is een entropion?
Een entropion is een naar binnen gedraaide rand van het onderooglid.
De oogharen rollen met het onderooglid mee naar binnen toe.
Hierdoor kunnen de oogharen tegen het hoornvlies aan schuren en het hoornvlies beschadigen.
Soms is het entropion niet continu aanwezig maar rolt het onderooglid pas naar binnen bij het dichtknijpen van de oogleden.

Klachten van een entropion
Soms veroorzaakt dit maar weinig klachten; de afwijking hoeft dan niet per se gecorrigeerd te worden.
Maar meestal krassen de naar binnen gedraaide haren van het onderooglid langs het hoornvlies.
Hierdoor kan pijn, irritatie, roodheid, last van het licht en een zandgevoel ontstaan.
Door de krassende haren kan het hoornvlies beschadigd raken, waardoor het zien blijvend kan verslechteren.
Het is raadzaam om de afwijking te corrigeren indien deze klachten aanwezig zijn.

Oorzaken van entropion
Er zijn verschillende vormen van entropion; een entropion kan veroorzaakt worden door:

leeftijd (“involutioneel entropion”):
een entropion van het onderooglid is in verreweg de meeste gevallen het  gevolg van veroudering van de weefsels van het onderooglid, waardoor zowel in horizontale als verticale richting verslapping optreedt.
Bij een horizontale verslapping is er teveel ooglid aanwezig (horizontale laxiteit).
De verticale verslapping van het ooglid ontstaat doordat de spier, die het onderooglid naar beneden trekt (of naar buiten draait), uitgerekt is.
Dit noemen we een “desinsertie van de onderooglidretractoren”.
Verder is vaak een enopthalmus aanwezig (oog staat iets meer in de oogkas) door vermindering van vetweefsel in de oogkas bij het ouder worden.
Door deze factoren kan het ooglid gemakkelijk naar binnen draaien.

littekens (“cicatrieel entropion”):
In zeldzame gevallen kan een etropion veroorzaakt worden door verlittekening van de weefsels aan de binnenzijde van het onderooglid.
Deze verlittekening komt  voor bij bepaalde oogziekten en chemische verbrandingen.
krampachtig knijpen (“spastisch entropion”): deze situatie ontstaat als een patiënt, die aanleg heeft voor een entropion, extra gaat knijpen met de oogleden, bijv. door oogirritatie.

aangeboren afwijking (“congenitaal entropion”):
dit komt zeer zelden voor.
Onderzoek
Bij het oogonderzoek worden de volgende aspecten beoordeeld

het bepalen van de horizontale verslapping van het onderooglid
De snap-back test:
dit is de mate waarin het onderooglid van de oogbol kan worden getrokken en de snelheid  waarmee het ooglid weer de oude positie inneemt bij het loslaten ervan.
Dit zegt iets over de mate van de horizontale verslapping.
de laterale laxiteit (de laterale distractietest):
Dit is de mate waarin het ooglid naar de buitenzijde kan worden verplaatst om het ooglid goed tegen de oogbol te laten aansluiten (‘medial canthal tendon laxity’).
de mediale laxiteit:
dit is de mate waarin het ooglid naar de binnenzijde kan worden verplaatst om het ooglid goed tegen de oogbol te laten aansluiten.
Dit speelt bij een entropion geen belangrijke rol.
oogleden dichtknijpen: dit laat zien of het onderooglid naar binnen kantelt bij het dichtknijpen van het oog (zie spastisch entropion)
beoordelen van de huid en het slijmvlies (aanwezigheid van littekens en zwellingen)
Operatieve correctie van het involutioneel entropion
De operatieve correctie wordt bepaald door de oorzaak van het entropion.
Hier beschrijven we de operatietechniek van de meest voorkomende vorm van entropion, namelijk het “involutionele entropion”.
De volgende behandelingen zijn mogelijk:

verterende hechtingen: hierbij worden alleen hechtingen in het onderooglid geplaatst.
Deze hechtingen kantelen het ooglid naar buiten. Dit geeft meestal alleen een tijdelijk resultaat.
Opspannen van de onderooglid retractoren (onderooglidretractor plicatie):
Hierbij wordt de bindweefselplaat gehecht aan de spier die het onderooglid naar beneden trekt.
Opspannen van het onderooglid aan de buitenzijde van het ooglid (de rand van de oogkas).
Wanneer het entropion het gevolg is van veroudering kan het verholpen worden door zowel de horizontale als de verticale slapte van het onderooglid te corrigeren.
De horizontale slapte wordt gecorrigeerd door het ooglid in de buitenste ooghoek strakker te zetten (inkorten of verwijderen van een stukje ooglid).
De verticale slapte wordt gecorrigeerd door een snee onder de ooglidrand te maken en via deze snee de spier,
die het onderooglid naar buiten draait (“de onderooglid retractoren”),  strakker te zetten met behulp van hechtingen.
Ook door het gemaakte litteken in het onderooglid wordt het entropion extra gecorrigeerd.

De volgende methode wordt het meest toegepast in poliklinische setting(u krijgt uw dier na de ingreep weer mee naar huis).
De operatietechniek ziet er schematisch als volgt uit:
a) er wordt eerst een horizontale snee onder het ooglid gemaakt.
b) het ooglid wordt in de buitenooghoek losgeknipt en strakker gezet.
c) het onderooglid wordt weer vastgehecht in de buitenooghoek.
d) er worden speciale hechtingen geplaatst naar de verslapte weefsels diep in het ooglid. Deze hechtingen draaien het ooglid ook naar buiten. De huid wordt gehecht met niet-oplosbare hechtingen. Deze hechtingen worden na 1 week verwijderd door de dierenarts.

Resultaat
Het succespercentage van de ingreep ligt ruim boven de 90%.
Het litteken onder het ooglid is vrijwel niet zichtbaar meer na enkele weken.
De klachten zoals irritatie, tranen, roodheid e.d. verdwijnen meestal vrij spoedig.
Het is niet altijd mogelijk om een tranend oog te verhelpen.

Bloedverdunners
Bij ooglidcorrecties wordt bij voorkeur gestopt met bloedverdunners om (na)bloedingen te voorkomen.
U dient dit wel eerst te overleggen met uw dierenarts of de specialist die deze bloedverdunners heeft voorgeschreven.
Indien de bloedverdunners niet mogen worden gestopt, dan dient u dit met de oogarts te overleggen.

Complicaties en bijwerkingen
a) bloeduitstorting: meestal is het onderooglid tijdelijk wat rood door een bloeduitstorting; dit trekt geleidelijk aan weg.
b) afscheiding: tijdens de eerste week na de operatie komt er wat afscheiding uit het oog.
Dit is ingedroogd wondvocht uit de wond in de buitenooghoek.
Het is dus niet iets om u zorgen over te maken en het wijst niet op infectie. (Infectie komt na deze operatie vrijwel nooit voor).
Voorzichtig deppen met lauw water is voldoende om afscheiding en korsten te verwijderen.
c) gevoeligheid: soms blijft de buitenooghoek de eerste weken na de operatie gevoelig.
Dit wordt geleidelijk minder.
d) overcorrectie: bij 2% van de geopereerde patiënten ontstaat een overcorrectie, wat betekent dat het ooglid na de operatie te ver naar buiten  gekanteld staat.
Meestal geneest dit binnen 6 weken spontaan. Mocht dat niet zo zijn dan is een aanvullende operatie nodig.
e) zwelling: soms ontwikkelt zich een zwelling in de ooghoek als reactie op de hechtmaterialen.
Meestal geneest dit spontaan, anders kan de afwijking met een kleine ingreep worden verwijderd.