Kattenziekte

Kattenziekte

Kattenziekte is een zeer besmettelijke virusziekte met als voornaamste symptomen braken en zeer ernstige diarree, vaak met bloed.
De ziekte is in veel gevallen dodelijk.
Als een moederpoes afweerstoffen tegen katteziekte heeft, geeft zij die door aan de jongen,
die dan tot gedurende 9 tot 12 weken na de geboorte beschermd zijn (passieve immunisatie).
Daarna moet het jonge dier ingeënt worden om zelf een weerstand op te bouwen (actieve immunisatie).
Er zijn twee soorten entstof, een gemaakt van gedood virus (‘dode’ entstof) en een gemaakt van levend verzwakt virus (‘levende’ entstof).
Levende entstof geeft de beste weerstandsontwikkeling bij het jonge dier en wordt toegepast als eenmalige injectie vanaf de leeftijd van 12 weken (‘definitieve’ enting).

Om de weerstand op peil te houden moet de kat iedere 2 jaar opnieuw ingeënt worden.

Als er geënt wordt met dode entstof moet dit gebeuren op de leeftijd van 12 en 16 weken, dus 2 keer, en de enting moet ieder jaar herhaald worden.
Bij drachtige, zieke of hele jonge dieren moet dode entstof gebruikt worden.